Apologeet.nl
Staat de Opname voor de deur?De meningen zijn verdeeld
Het idee van de opname van de gemeente houdt ons bezig, toch? In ieder geval houdt het mij bezig. Vooral nu we alle ontwikkelingen rondom Israël zien wordt dit thema voor vele christen heel relevant. Zijn we in een opmars naar de één wereldorde zoals we kunnen lezen in Openbaringen? Ik denk dat we inderdaad in heel bijzondere tijden leven. Maar wat betekent dit dan voor ons christenen? Voor velen betekenen deze gebeurtenissen in het Midden-Oosten gewoon dat de opname over een paar dagen kan plaatsvinden, terwijl anderen wat terughoudender zijn en zeggen dat het dichtbij komt, maar nog niet. Welnu, zoals je je kunt voorstellen, lijken de meningen dus nog steeds verdeeld.
Ik vermoed dat het overgrote deel van de Evangelische wereld, in het westen, gelooft in de opname van de gemeente vóór de grote verdrukking. Maar gek genoeg lijken veel van onze broeders en zusters in bijvoorbeeld Afrikaanse of Aziatische landen te geloven in een post-trib rapture, ofwel de opname ná de grote verdrukking.
Mijn hoop
Net als jij hoop ik natuurlijk van harte dat de Heer ons zal wegnemen voordat al die ellende losbarst.
Mijn bedoeling is dus absoluut niet om je hoop voor de opname weg te nemen. Nogmaals, met jou hoop ik het van harte. Ook moeten we goed voor ogen houden dat de opname geen reddende leerstelling is. Met andere woorden, we mogen het op dit onderwerp met elkaar oneens zijn, dat maakt de ene of de andere geen valse leraar, en ook verliezen we onze redding niet als we het met elkaar oneens zijn.
Toch denk ik dat het goed is om te horen hoe onze broeders en zusters in andere delen van de wereld tegen deze zaken aankijken. Hoe denken die Afrikaanse en Aziatische mensen, waaronder vele zeer geleerde theologen, ooit heelhuids door de grote verdrukking heen te komen? Kunnen we dan nog wel spreken van een hoopvol vooruitzicht?
Hoe leggen zij de befaamde teksten uit?
Laten we eerst eens kijken hoe de zogenaamde post-trib gelovigen de befaamde teksten uitleggen. Ik ga niet alle teksten behandelen, maar ik pak even de meest bekende.
Tekst 1
1 Thessalonicenzen 4:17
Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn.
Terwijl de pre-trib gelovigen zich richten op het woordje ‘opgenomen,’ richten de anderen zich meer op het woord ‘ontmoeting.’ Het woord ‘ontmoeten’ (apentesin) zien we twee keer terug in Mattheus 25:6 en Handelingen 28:15.
In deze twee passage verwijst het naar een bijeenkomst waarbij de mensen naar buiten gaan om een belangrijk persoon te ontmoeten—daar heb je dat woord—om hem dan te begeleiden naar de plaats waar ze vandaan kwamen.
In Mattheüs 25:6 gaat het zelfs over een gelijkenis van de tweede komst. Dit vinden de post-tribbers een sterk argument voor het idee dat de gelovigen—zowel de levende en de doden—in 1 Thessalonicenzen 4:17 de Heer tegemoet gaan en Hem dan als koning op aarde verwelkomen.
Tekst 2
2 Tessalonicenzen 1:5-7
een teken van Gods rechtvaardig oordeel dat u het Koninkrijk van God waardig geacht wordt, waarvoor u ook lijdt. Het is immers rechtvaardig van God verdrukking te vergelden aan hen die u verdrukken, en aan u die verdrukt wordt, samen met ons verlichting te geven bij de openbaring van de Heere Jezus vanuit de hemel met de engelen van Zijn kracht,
Deze tekst laat zien dat Paulus de verwachting had dat hij pas rust van verdrukking zal krijgen op het moment dat God de verdrukkers zal straffen. Dat moment zal zijn als Jezus, samen met de engelen, verschijnt. Deze tekst spreekt over Jezus’ tweede komst. Met andere woorden, Paulus lijkt er hier niet van uit te gaan dat we rust zullen ontvangen zeven jaar vóór Jezus verschijning. Wraak op ongelovigen en rust voor de vervolgde kerk komen op dezelfde dag in dezelfde gebeurtenis.
Tekst 3
2 Thessalonicenzen 2:1-3
En wij vragen u dringend, broeders, met betrekking tot de komst van onze Heere Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt, niet door een uiting van de geest, niet door een woord, en ook niet door een brief die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van Christus al aangebroken zou zijn. Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is,
Verzen 1 en 2 suggereren dat de ‘onze vereniging met Hem’ hetzelfde is als ‘de dag van Christus.’ Paulus verteld dat ze daarover niet verward moeten zijn. Met andere woorden, de ontmoeting, of de opname en de dag van Christus spreekt over de glorieuze tweede komst. Ze lijken één gebeurtenis te zijn.
Paulus vertelt de gelovigen in Thessalonica verder dat ze niet moeten denken dat de dag des Heren al is aangebroken is omdat de grotee afval en de mens der wetteloosheid nog niet verschenen zijn. Ook al weten we dus niet wanneer Jezus terugkomt, we kunnen er volgens deze tekst van uit gaan dat we de anti-Christ zullen zien.
Tekst 4
Openbaringen 3:10
Omdat u het woord van Mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, die over heel de wereld komen zal, om hen die op de aarde wonen te verzoeken.
Deze tekst wordt vaak aangehaald om de pre-trib positie te verdedigen. Maar de post-tribbers kunnen deze tekst prima uitleggen in hun voordeel zonder afbreuk te doen van de andere Schriftgedeelten. Het ‘bewaren voor het uur van de verzoeking’ betekend niet zonder meer dat we weg genomen moeten worden om gespaard te blijven van lijden.
In Galaten 1:4 lezen we
Die Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons zou ontrukken aan de tegenwoordige slechte wereld, overeenkomstig de wil van onze God en Vader.
En in Johannes 17:15 bid Jezus
Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart voor de boze.
We zien dat ‘ontrukken’ of ‘bewaren voor de boze’ niet persé een fysieke verwijdering betekent. En wat te denken van de zielen van de martelaren onder het altaar in openbaringen 6:9-11?
De belofte is om behoed te worden voor ‘het uur van de verzoeking,’ in de zin van behoed worden voor de demoraliserende krachten van dat uur. Of met andere woorden. We worden beschermd in ons denken zodat we niet ten val zullen komen.
Uitzien naar Zijn komst
Diverse pre-tribbers hebben gezegd dat zij met verlangen uit zien naar de komst van Jezus. Als de komst van Jezus betekent dat we eerst een grote verdrukking moeten doormaken zouden velen dat verlangen verliezen. Verlangen naar de komst van Jezus zou immers betekenen dat we eerst een hoop onheil moeten meemaken—en wie verlangd daar nu naar?
De post-tribbers in landen waar bijvoorbeeld de islam met harde hand regeert kijken hier vreemd van op. Velen van onze broeders en zusters maken nu al onuitsprekelijk veel ellende mee. Moordpartijen, verkrachtingen, martelingen en verminkingen zijn hen niet onbekend. Christenen in weer andere streken worden verbannen en mogen nergens wat kopen of verkopen. Ze leven met hun gezin op de vuilnisbelt en zelfs daar worden ze weggejaagd. Ze kijken elke dag uit naar de komst van Jezus! Ze verlangen met heel hun ziel naar die dag.
Beide groepen verlangen naar de wederkomst van Jezus. De ene groep verlangt er naar omdat ze de hoop hebben dat ze gespaard worden van de ellende terwijl de andere groep er met verlangen naar uitziet omdat ze weten dat ze dan verlost worden van de verschrikkingen. In beide gevallen spreken we van hoop.
De wraak van God
Een in mijn ogen sterk punt van de pre-tribbers is het feit dat christenen gered zijn van Gods wraak. Met name het tweede deel van de verdrukking spreekt over God die Zijn wraak uitgiet over de aarde. Tja, het kan toch niet zo zijn dat christenen daar nog aan onderworpen worden. Sommige menen ook de eerste periode van de grote verdrukking onderdeel is van Gods wraak omdat Hij de mensheid aan zijn lot overlaat—of liever gezegd Hij laat hun lot over aan de wreedheden van de satan.
De post-tribbers lijken niet zo onder de indruk van dit argument. Ze halen Noach aan. Noach vertrouwde op God. Hij werd niet van de aarde weggenomen, maar werd te midden van de zondvloed beschermd. Noach ging dwars door de zondvloed heen! De zondvloed was Gods oordeel voor de wereld maar Noach werd rechtvaardig bevonden en beschermd.
Ze halen dan 2 Petrus 2:5, 9 aan om dit te onderbouwen.
en als God de oude wereld niet gespaard heeft, maar het achttal van Noach, de prediker van de gerechtigheid, bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld van de goddelozen bracht […] dan weet de Heere ook nu de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen, maar de onrechtvaardigen te bewaren tot de dag van het oordeel, om gestraft te worden.
De grap is natuurlijk dat Mattheus 24:38-39 dit idee ondersteund:
Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot op de dag waarop Noach de ark binnenging, en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.
Maar dit zal door sommige pre-tribbers niet geaccepteerd worden omdat zij zeggen dat deze versen vooral over Israël gaan. Dat heeft te maken met de manier hoe zij aankijken tegen de geschiedenis. Daar kom ik straks nog even op terug.
De post-tribbers kijken ook naar de geschiedenis van het volk Israël toen het nog in Egypte woonde. God stuurde tien plagen. Israël had alleen last van de eerste drie, maar bleef gevrijwaard van de zeven andere plagen. Het feit dat ze wel de eerste drie plagen moesten verduren had er mee te maken dat dit geen straf was, maar een omverwerping van de godheid van de Egyptenaren, de Nijl. Ook de tweede plaag, kikkers, was verbonden met de Nijl, waaruit de kikkers voortkwamen. En wat de luizen betreft, laat de Bijbel zien hoe de tovenaars van de Farao niet in staat waren om de plaag te reproduceren, wat bewijst dat deze plagen een daad van God waren, niet van magie geproduceerd door Mozes en Aäron. Na deze drie plagen waren volgende plagen bedoeld om Egypte te straffen. De plagen waren hevig en de Israëlieten zaten er midden in zonder dat ze zelf geraakt werden.
Bedelingenleer
Even terug naar de manier waarop beide groepen naar de geschiedenis en toekomst kijken. Velen kijken naar de Bijbelse geschiedenis door een bril van de zogenaamde bedelingenleer.
De bedelingenleer—ook wel met een moeilijk woord ‘Dispensationalisme’ genoemd—wordt nog wel eens genoemd als groot verschil tussen de pre en post-tribbers. Deze leer houdt vast aan een letterlijke interpretatie van de Bijbel als de beste hermeneutische methode. De letterlijke interpretatie geeft elk woord de betekenis die het in het dagelijks gebruik zou hebben, maar uiteraard wordt er rekening gehouden met symbolen, stijlfiguren en types. Dus als de Bijbel bijvoorbeeld spreekt over ‘duizend jaar’ in Openbaring 20, interpreteren dispensationalisten dit als een letterlijke periode van 1000 jaar (de bedeling van het Messiaanse Vredesrijk), simpelweg omdat er geen noodzakelijke reden is om dit anders uit te leggen.
De leer van de opname vóór de grote verdrukking gaat vaak hand in hand met de bedelingenleer—let op, ik zeg ‘vaak’ omdat dit niet altijd het geval is.
De klassieke bedelingen leer stelt dat er zeven bedelingen zijn van een bepaalde periode in Gods werk geteld vanaf de schepping. De laatste twee bedelingen gaan over genade en het Messiaanse Vredesrijk. De bedeling van de genade loopt van de opstanding tot de wederkomst van Christus. Volgens de klassieke leer is dit is de bedeling waar we ons nu in bevinden. De bedeling van het Messiaanse Vrederijk of het duizendjarige rijk loopt vanaf de Wederkomst tot het laatste oordeel.
Veel pre-tribbers die de klassieke bedelingenleer aanhangen zeggen dat de kerk een soort tussenstop is wat betreft Gods handelen met Israël. Het is alsof God een zin aan het schrijven was en daar een tussenstuk in geplaatst heeft die even de focus heeft op de gemeente en daarna weer vervolgt met het eerder onderwerp. Het volgende gedeelte van die zin gaat dan over de grote verdrukking en het 1000-jarig rijk die zich richten op de toekomst van etnisch en nationaal Israël. In het boek Openbaring komt de term ‘gemeente’ (ekklēsia) niet voor na Openbaring 4:1 tot 22:15. De aanhangers van de klassieke bedelingenleer concluderen dat de reden hiervoor is dat God de kerk of zo je wilt de gemeente vóór de grote verdrukking wegneemt, zodat Hij Zich actief met Israël kan gaan bemoeien.
Dit is dan ook gelijk de reden waarom het eerder genoemde stuk uit Mattheus 24 anders uitgelegd wordt. Daar waar de pre-tribbers vaak geneigd zijn om deze teksten te zien als vooruitwijzingen naar Gods handelen met Israël zeggen veel post-tribbers dat het óók voor ons, christenen, bedoeld is. De post-tribbers kunnen ook de bedelingenleer aanhangen, maar stellen dus vaak dat God Zich niet op aparte tijden bezighoudt met Israël en de gemeente.
Weer anderen, maar dat is binnen de evangelische wereld een absolute minderheid, menen zelfs dat de gemeente definitief de plek van Israël heeft ingenomen. Met andere woorden, deze groep meent dat Israël geen rol meer speelt.
Voor veel, met name niet-westerse gelovigen, is de bedelingenleer een redelijk onbekend concept. Ze kijken naar Israël als het volk waarop wij, de gemeente, geënt zijn en die niet anders behandeld wordt, maar wel een andere rol speelt in deze en toekomende wereld.
Kortom, zowel de pre al de post-tribbers kunnen de bedelingenleer gebruiken als ze de Bijbel uitleggen—hetzij wel enigszins verschillend op details. Toch is het handig om te weten dat de bedelingenleer vrij dominant is in met name de evangelische wereld terwijl de Reformatorische broeders en zusters hier veel minder mee bezig zijn. Het is dan ook niet gek dat de opname vooral binnen evangelische kringen onderwezen wordt.
Splijtzwam?
Je ziet dat het onderwijs over de opname nog helemaal niet zo’n één tweetje is. Velen van ons in het westen—en dan met name in de Evangelische kringen—hebben deze leer voorgeschoteld gekregen. Vooral als je niet zo veel buiten je eigen kring komt, zul je ook niet zo snel iets anders horen.
Er is dan ook regelmatig verbazing dat bepaalde zaken anders onderwezen kunnen worden. Ik denk dat het goed is om ons te realiseren dat dit geen leerstellig is dat de christenen zou moeten verdelen. Zoals “IJzer scherpt men met ijzer, zo scherpt een man het gezicht van zijn naaste.” (Spreuken 27:17), zo moeten we naar elkaar luisteren als we profetieën over het einde van het tijdperk overwegen.
De opname van de gemeente is een zogenaamde secundaire leerstelling binnen het christendom. Jazeker! Het is belangrijk om verlangend uit te zien naar de komst van Jezus, maar als het zo ver is zal Hij ons niet verwerpen omdat we de leerstellingen over de eindtijd verkeerd begrepen hebben.
Ons fundament is de Here Jezus die voor ons is gestorven en op de derde dag weer is opgestaan! Dat is wat we met elkaar belijden. Als ik dus het brood breek en de beker drink, maakt het niet uit of mijn broeder of zuster gelooft in de opname voor, halverwege of ná de verdrukking.
Moet je horen hoe Paulus dit verwoordde in
Efeziërs 3:14-19
Om deze reden buig ik mijn knieën voor de Vader van onze Heere Jezus Christus, naar Wie elk geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt, opdat Hij u geeft, naar de rijkdom van Zijn heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door Zijn Geest in de innerlijke mens, opdat Christus door het geloof in uw harten woont en u in de liefde geworteld en gefundeerd bent, opdat u ten volle zou kunnen begrijpen, met alle heiligen, wat de breedte en lengte en diepte en hoogte is, en u de liefde van Christus zou kennen, die de kennis te boven gaat, opdat u vervuld zou worden tot heel de volheid van God.