Apologeet.nl
Klassieke Apologetiek?Als je denkt dat het verdedigen van het christelijk geloof, of apologetiek, maar een kleine discipline binnen de theologie is, dan zul je misschien verrast zijn dat er verschillende stijlen zijn. Deze stijlen hebben hun eigen uitgebreide literatuur. Er zijn vier hoofdtypen van christelijke apologetiek: Klassiek, bewijskundige, presuppositioneel en fideïsme.
In deze video wil ik samen met je gaan kijken naar de klassieke apologetiek. Ik ga niet de diepte in, maar ik wil graag wat meer uitleggen over wat het is en hoe we het kunnen gebruiken.
Oudste soort van christelijke apologetiek
Je hebt misschien al geraden dat het woord ‘klassiek’ er niet zomaar staat. De klassieke apologetische traditie is de heersende benadering van apologetiek in de geschiedenis van de christelijke kerk. Deze benadering was vooral populair vóór de moderne tijd.
Sproul zei:i
Vanaf de eerste apologeten tot aan het begin van onze moderne tijd is dit de centrale methode van de kerk, Oosters, Rooms, Protestants, de leer van de geloofsbelijdenissen en van de theologen.
Zegt Justus de Martelaar je misschien iets? Hij was een zeer bekende apologeet uit de tweede eeuw. Hij begon toen al de elementen van de klassieke methode te gebruiken. Later zien we dat mensen als Augustinus, filosofische bewijzen voor het bestaan van God gebruiken. Augustinus was ook degene die het argument van wonderen en vervulde Bijbelse profetie gebruikt om aan te tonen dat God Zichzelf werkelijk in Christus heeft geopenbaard. Hij gebruikte ook de explosieve groei van de kerk tijdens de zware vervolgingen en onderdrukking. Niet alleen de groei, maar ook het feit dat de kerk als overwinnaar uit deze eerste, zeer zware, periode kwam, werd door hem gebruikt om aan te tonen dat God echte bemoeienis had met zijn volk.
Later, in de Middeleeuwen, hebben we theologen zoals Anselm die deze benadering van apologetiek systematisch begonnen te beschrijven. Het is Anselm die met het ontologische argument op de proppen kwam. Interessant genoeg verwierp Thomas van Aquino het ontologische argument van Anselm. In plaats daarvan gebruikte Aquino graag de verschillende vormen van het kosmologische argument. Beide soorten argumenten zijn echter erg filosofisch van aard en worden vandaag de dag nog steeds gebruikt om theïsme te bewijzen of aannemelijk te maken.
Deze zelfde filosofische argumenten worden tegenwoordig gebruikt om het atheïstische wereldbeeld te weerleggen. Dit is het soort wereldbeeld waar Anselm en Aquino waarschijnlijk niet direct aan dachten of mee geconfronteerd werden. Beide mannen benadrukten dat deze aangedragen bewijzen niet als grondslag van het geloof konden dienen. Ze geloofden sterk dat dit soort argumenten wel kunnen helpen, maar dat ze nooit kunnen optreden als een manier om de diepere kennis van God te verkrijgen.
In de jaren 1900 begonnen verschillende Rooms-Katholieke filosofen, zoals Étienne Gilson en Jacques Maritain, de tactiek van Aquino weer te gebruiken. Ze deden dat erg goed en dat is misschien wel de reden dat deze benadering vandaag de dag nog steeds erg populair is onder zowel katholieke als protestantse apologeten.
Wat doet het?
Oké, dat was wat geschiedenis. Laten we even samenvatten wat deze vorm van apologetiek probeert te doen. Klassieke apologetiek gebruikt filosofische argumenten om het bestaan van God te bewijzen. Ik heb een hele serie over deze klassieke argumenten gemaakt. Als je die wilt zien, klik dan op de link in de beschrijving van deze video. Deze klassieke argumenten beargumenteren dat de God van de Bijbel de enige logische optie is.
Een heel gaaf argument is bijvoorbeeld het argument van moraliteit. Als je ze onder druk zet, zullen de meeste mensen toegeven dat er zoiets is als absoluut verkeerd. Ik denk niet dat ik met voorbeelden hoef te komen, toch? Ik bedoel, we hebben allemaal de aanvallen op burgers in Israël gezien. Maar om te zeggen dat de aanslagen van een islamitische terroristische organisatie verkeerd zijn, vereist het bestaan van een objectieve moraal. En als er zoiets bestaat als een objectieve moraal, dan hebben we een vaste standaard nodig waaraan we deze moraal kunnen afmeten. Zoals de geschiedenis ons heeft laten zien, is de mens geen goede kandidaat om op te treden als moraalgever. De enige logische conclusie is dus dat God moet bestaan omdat we Hem nodig hebben als de absolute morele standaard.
Apologeten die de rede benadrukken
Een klassieke apologeet zal zeggen dat rede en geloof niet met elkaar in strijd zijn en dat rede gebruikt kan worden om geloof te ondersteunen.
De klassieke apologeten gebruiken vaak een zogenaamde twee stappen tactiek. Als eerste proberen ze het bestaan van God vast te stellen. Zoals gezegd hebben daar een hele reeks van argumenten voor om te gebruiken. Daarmee bewijzen ze natuurlijk nog niet dat het christendom waar is, ze bewijzen alleen het monotheïsme. Zodra ze zien dat hun argument aanslaat en het kwartje valt, gaan ze verder met de tweede stap. Deze tweede stap kan een hele reeks verschillende bewijzen zijn om de luisteraar te laten zien dat de Bijbel betrouwbaar is.
Hiervoor kunnen ze bijvoorbeeld het bewijs van de vervulde profetieën gebruiken. Maar ze kunnen ook de historische betrouwbaarheid van de Schrift aantonen, of de aannemelijkheid van de lichamelijke opstanding van Jezus. Op deze manier laten ze zien dat het christendom volledig los staat van alle andere religies, en veel betere kaarten heeft.
Velen zullen misschien denken dat klassieke apologetiek bijna hetzelfde is als wat wij bewijskundige apologetiek noemen. Dat is het niet. Ik zal Norman Geisler het je laten uitleggen.ii
Het verschil tussen de klassieke apologeten en de bewijskundige apologeten over het gebruik van historische bewijzen is dat de klassieke apologeten de noodzaak zien om eerst vast te stellen dat dit een theïstisch universum is […] Bewijskundige apologeten zien theïsme niet als een logisch noodzakelijke voorwaarde voor historische apologetiek. Het basisargument van de klassieke apologeet is dat het geen zin heeft om over de opstanding te spreken als een daad van God, tenzij, als logische voorwaarde, eerst wordt vastgesteld dat er een God is die kan handelen.
Moderne voorstanders
Over Geisler gesproken. Hij staat op één lijn met verschillende, moderne, bekende apologeten die allemaal graag de klassieke apologetiek gebruiken. Namen als R.C. Sproul, William Lane Craig, Frank Turek zijn, met anderen, slechts enkele voorvechters binnen dit veld.
De kracht van klassieke apologetiek
De klassieke benadering is een vaak een keerpunt in het debat. Romeinen 1:19-20 vertelt ons dat we God kunnen kennen via de natuur.
omdat wat van God gekend kan worden, hun bekend is. God Zelf heeft het hun immers geopenbaard. Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn.
Dus, als we God kunnen kennen door naar de natuur rondom ons te kijken, dan is het ook mogelijk dat deze kennis in de vorm van een logisch argument kan worden gegoten. De zogenaamde theïstische argumenten zijn door de jaren heen behoorlijk getest en de meeste hebben de aanvallen doorstaan. Ze worden beschouwd als deugdelijk en vanuit een rationeel oogpunt zeer sterk.
Deze argumenten helpen ons om ons enigszins bewust te worden van de werkelijkheid en de absolute aard van de waarheid. In een tijdperk van relativisme is dit erg belangrijk. Er kunnen niet meerdere waarheden naast elkaar bestaan. Wat waar is voor mij kan niet onwaar zijn voor iemand anders. Dat is relativisme en zoals eerder gezegd zullen de meeste normaal denkende mensen toegeven dat er toch echt zoiets bestaat als een absolute waarheid en absolute moraliteit.
Zodra we het bestaan van een God hebben vastgesteld, stelt deze apologetische benadering ons in staat om verder te gaan met het bewijzen van het christendom. Het zal moeilijk zijn om iemand te overtuigen van de wederopstanding van Jezus als het bestaan van God niet eerst is vastgesteld. Hetzelfde geldt voor de wonderen en alle andere dingen die in de Bijbel en de kerkgeschiedenis hebben plaats gevonden. Zonder God kunnen mensen deze dingen gemakkelijk verwerpen. De bewijzen voor de Schrift en het christendom zijn zinvoller en overtuigender nadat ze in een theïstische context zijn geplaatst.
Hard werken
Als je bent zoals ik, ben je misschien liever lui dan moe. Maar geloof me, luiheid brengt geen vrucht voort. Het geloof verdedigen is hard werken! De vijand kent alle argumenten en het is onze taak om ze niet alleen beter te kennen, maar ook beter te begrijpen.
Klassieke apologetiek is een briljante tactiek om mensen dichter bij de waarheid te brengen. Maar het betekent ook dat je er tijd en moeite in moet steken. Toen ik als een 16-jarige betweter in de bakkerij kwam werken, verspilde mijn christelijke baas zijn tijd niet met de typische christelijke oneliners. Hij en zijn kerk baden wekelijks voor me. Naast bidden deed hij ook zijn best om me te laten zien dat er wel een God moet zijn. Hij liet me zien dat het veel logischer is om in een Schepper te geloven dan in het idee dat alles uit het niets is ontstaan.
Toen ik na een hele lange tijd toegaf dat er een God moest zijn, ging hij verder door te laten zien waarom de God van de Bijbel logischer was dan alle andere ideeën… Inclusief buitenaardse wezens, de hindoegoden, de god van de Islam enz. Ik probeerde keer op keer bezwaar te maken door deze andere opties erbij te halen. Hij slaagde erin om te laten zien waarom het christelijke wereldbeeld het meest samenhangende idee was van allemaal.
Uiteindelijk gaf ik toe. Ik gaf toe dat de God van de Bijbel ècht moest zijn. Vanaf dat moment begon mijn baas me te laten zien dat het niet in orde was tussen mij en God. Omdat ik al wist dat de Bijbel waar moest zijn, was deze stap niet zo moeilijk te begrijpen. Langzaam maar zeker leidde hij me naar een goed begrip van de ellendige staat waarin ik me bevond. Mijn laatste poging om het onvermijdelijke te ontlopen was door te zeggen dat ik het niet erg zou vinden om naar de hel te gaan. Ik zei: “Ik ben een broodbakker, ik hou van de hitte van een oven.” En daar heb je het! Ik was aangekomen op het punt waar een mens niet veel meer kan doen. Nu was het aan de Heilige Geest om mij dat laatste zetje te geven.
Ik hoefde niet lang te wachten. Ik verbrandde mijn onderarm in de oven. Mijn huid stroopte op, en ik kan je vertellen dat dit nogal pijnlijk is. Plotseling drong het tot me door! Die avond gaf ik mijn hart aan Christus!
Het proces duurde echt heel lang! Mijn baas investeerde veel tijd in het onderzoeken van de argumenten die hij gaf en in het presenteren ervan. Stap voor stap leidde hij me van een ongelovige naar Gods-erkening, en daarna naar een Godvrezend christen.
Hij was bereid om antwoord te geven op de hoop die in hem was! Wij moeten klaar staan om hetzelfde te doen! En de klassieke stijl van apologetiek is een geweldige manier om mensen te helpen. Maar je moet, net als mijn baas, ook bereid zijn om tijd te besteden en te investeren in je kennis van Gods woord en je geloof!
Outro
Hoe dan ook, laat me weten wat je ervan vindt in de commentaren. Misschien ben je het niet eens met bepaalde dingen? Laat gewoon een reactie achter. Denk eraan! Ik ben vooral actief op mijn Odysee kanaal. Je vindt een link naar dat kanaal in de beschrijving van deze video of op mijn website. Als je het leuk of interessant vindt wat ik doe, kun je je abonneren op mijn kanaal en vergeet dan ook niet op de notificatie bel te drukken—als je tenminste op de hoogte wilt blijven van nieuwe video’s!
Ik stel jullie gebeden en steun zeer op prijs! Kijk in de beschrijving van deze video om te zien hoe je me kunt helpen. Ik zal daar ook een link plaatsen naar zowel de Nederlandse als de Engelse transcripties van deze video.
Gods zegen, bedankt voor het kijken en, zo de Heer wil, zien we elkaar in de volgende video!
Eindnoten:
i Sproul, R.C., Gerstner, J., & Lindsley, A., Klassieke Apologetiek: A Rational Defense of the Christian Faith and a Critique of Presuppositional Apologetics, vertaling Jurgen Hofmann, (Grand Rapids: Zondervan – Academie, 1984), p. 210.
ii Geisler, N, L., Baker encyclopedia of Christian apologetics, vertaling Jurgen Hofmann, (Baker Books, Grand Rapids, 1999), pp. 78, 80.